Even wachten hoor, dan doe ik eerst mijn panty uit. Die is nieuw en mag niet vies worden”. Ik hoor het haar zeggen terwijl ik nog een handje zand de lucht in gooi en de zandkorrels helemaal volg tot ze weer neer zijn gekomen. Mijn natte broekspijpen zijn al tot halverwege beplakt met het zand van de zand-engel die ik vlak daarvoor maakte.

Ik durf mijn oren bijna niet te geloven. Mijn ogen geven echter direct de bevestiging: ze loopt richting de strandtent en komt twee minuten later panty-loos weer naar buiten. Ze gaat weer naast hem staan en samen spelen ze voorzichtig in het zand. Geen korreltje vliegt te hoog, het water blijft op veilige afstand.

Mijn opstandige kleine Ikje laat zich van de zandduin afglijden en springt nog even in de grote plas water die daar ligt. De twee ongeveer 10-jarigen kijken met grote ogen naar zoveel (k)inn(d)erlijke ongehoorzaamheid. Ik voel diep van binnen dat ze niets liever zouden doen dan in een grote sprong de hele plas mee onveilig maken. Ze durven niet en laten heel zachtjes lachend wat zand tussen hun vingers door stromen.

Vandaag mochten er weer vier volwassenen hun kleine Ik-jes uitlaten op het strand. Die van mij gaat dan zonder enig protest mee de zee in. Spelen. Nieuwsgierig zijn. Ik hoop dat het panty-loze meisje en haar vriendje of broertje niet nog 25 jaar wachten met het mogen ervaren.