Ken je het nog? Dat leuke spel op het schoolplein. Je gooide de bal zo hoog als je kon in de lucht, riep een naam van je vriendje of vriendinnetje en rende zo hard als je kon weg voor de bal gevangen werd.

Hoe verder jij van de bal was hoe beter, want dan was de kans dat de bal weer bij jou door de benen ging veeeel kleiner. Met bijna de hele klas, samen op het plein, spelen! Als je niet mee wilde doen dan keek je toe of ging je knikkeren of in het klimrek hangen. Je speelde je eigen spel.

Het spel wordt nog steeds gespeeld, door volwassenen… niet op het schoolplein, maar op het werk.

En de bal is nu een probleem of de verantwoordelijkheid.

In het spel van vroeger was degene die last had van het wegrennen, degene die de bal moest vangen. Die kreeg dan gewoon de beurt. Maar dat stopte als de schoolbel ging. Dan liep je samen weer naar de klas, lachend en dansend.

Ook dat is bij volwassenen verdwenen.

Was het spel vroeger gewoon te leuk en zijn we er te lang mee doorgegaan? Of zijn we vroeger zo vaak ‘de sjaak’ (sorry Sjaak) geweest dat we panisch zijn geworden voor ‘de bal’ en dat gevoel nooit meer willen hebben?

Dat is in een werkomgeving/ context zoals bijvoorbeeld binnen ‘de zorg’ wezenlijk anders. Wat als daar het probleem steeds omhoog wordt gegooid, een naam willekeurig wordt geroepen en er niemand echt eigenaar is. Wat als de probleemeigenaar steeds hard wegrent van de verantwoordelijkheid door het in de lucht te gooien en weer zomaar een naam roept, oren en ogen dichthoudt en zo ver als mogelijk weg wil van ‘dat probleem’. Ook als jouw naam vanzelf weer eens voorbij komt, dan gooi je die bal toch gelijk weer omhoog.

Dan zijn er nu hele andere mensen die de last krijgen, moeten dragen. Die doen niet eens mee in het spel, dus het lachen en dansen zullen zij waarschijnlijk helemaal niet ervaren: zij zijn opeens ‘probleem eigenaar’: de cliënten.

0 invloed, 0 speelplezier, 100% last en slachtoffer van het probleem.

‘Hoe hoger in een organisatie’ dit spel wordt gespeeld, hoe meer ‘lagen’ de bal laten vallen, hoe meer mensen de impact van het wegrennen ervaren. Dan is het niet meer 1 bal die in de lucht is, maar gevoelsmatig wel 10. Dan wordt de last wel erg groot, de verschoven verantwoordelijkheid wel erg veel en de pijn die het met zich meedraagt intens. Met eenzelfde mate van moeilijke gewetensvragen:

Welke bal vang je wel? Hoeveel vallen er op de grond als je die ene wel vangt? Omdat je er simpelweg niet meer dan 2 kan vasthouden?

Hoe op te lossen? Dat weet iedereen wel. Samen!

‘De bal’ is een mens of heeft impact op een mens. De oplossing komt vanuit diezelfde plek: mensen.

Laat die bal eens niet van bovenaf komen, maar laat hem van onderaf het spel inkomen. Hoe hoger een bal (probleem) vertrekt, hoe harder hij naar beneden komt. Hoe groter de schade als hij landt.

Van onderaf het spel in en wie weet hoeft de bal dan niet eens de hoogte in, maar wordt hij in een goed tempo overgegeven aan elkaar. Bewust, met aandacht en in een gedeelde verantwoordelijkheid. Dan hoeft wellicht niet iedereen ‘gedwongen’ mee te spelen en kan ieder doen waar hij goed in is en leuk vindt.

Stand in de mand? Nee, hand in de hand! En de zorg is voor….

 

Fijne dag samen,

Jeroen

 

(dit is in mijn ervaring niet alleen ‘een spel’ binnen de zorg, dit speelt volgens mij in veel bedrijven. Omdat ik de impact hier het grootst vind heb ik deze omgeving als voorbeeld gebruikt)