Maandagochtend. Ze komt heel aarzelend binnen, alsof de Kwartjes-auto voor de deur nog niet voldoende bevestigde dat ze op het juiste adres en bij het goede huis was aangekomen. “Jij moet Naath zijn… en jij dan Jeroen”. Ze grijnst terwijl ze ons allebei een hand geeft. “Kijk, dat heb ik dus vaker. Dan weet ik gewoon niet meer zo goed wat ik moet zeggen en dan blijf ik maar doorkletsen. Ik haat stiltes.” Ze zegt het verontschuldigend, alsof wij er iets van zouden gaan vinden.

Later vertelt ze over haar ouders. Dat die lief en aardig zijn maar het ook altijd erg belangrijk vinden wat anderen vinden en denken. En voelen. Da’s ook een dingetje. Praten over gevoel; dat gebeurde niet zo vaak. Huilen was ook uit den boze. Het woord ‘janken’ komt geregeld langs. Na een kwartiertje voelt ze zich al meer en meer thuis en na een half uur durft ze ook de tranen toe te laten. Met voorbeelden, grapjes, stilte en een paar oefeningen laten we haar ervaren wat er gebeurt als ze echt zichzelf is. Dat de wereld dan heus niet stopt met draaien. En dat haar ouders niet meteen bellen om haar uit het testament te schrappen. Wat er hier gebeurt blijft hier en wat hier gezegd wordt komt echt niet zomaar bij anderen terecht.

Wat we doen, is haar laten voelen, ervaren, merken, ontdekken, dat het KAN. Dat ze zichzelf voorop kan zetten. Dat betekent echt niet meteen dat ze iedereen ‘thuis’ gaat afbekken of wegduwen. Of dat ze alles voortaan alleen moet doen. Nee. Ze voelt alleen vanaf nu WEL wat van HAAR is, en wat van de ander is. Oordelen, maskers, patronen, ritueeltjes, rollen. Ze ziet ze nu. En het is altijd aan haar wat ze daarmee doet. Sommige dingen zal ze zo laten, andere verandert ze. Stap-voor-stap.

Ze is opgelucht als ze weg gaat. Huppelt bijna als ze naar haar auto toe gaat. Ze gaat nog even naar het strand. Afspoelen wat er af mag. Weg laten waaien wat ze niet meer mee wil nemen. En ze weet dat ze altijd bij ons terecht kan als ze weer even die spiegel nodig heeft. Daar zijn we namelijk voor.

Dinsdagmiddag. We lopen op het strand. Met zijn vieren. Zij lopen hand in hand en genieten van de zon, de wind, de meeuwen. De schoenen en slippers gaan uit en wij gaan ieder aan een kant lopen. Om en om vragen we door terwijl zij vertellen. We wijzen hen op het mogen innemen van je eigen plek. Hoe zij niet voor hem hoeft te praten en andersom. En we gooien de maskers af. Alle vier. We vertellen ze geen enkele keer wat ze ‘zouden moeten doen’. We luisteren. Spiegelen. We laten ze zien wat ons opvalt zodat ze zich er zelf bewust van worden.

Heel vaak blijkt de mening van familie, de buren, collega’s erg belangrijk. ‘Wat zouden zij wel niet vinden als…?’ We laten het ze voelen. Is dit van jou, of van die ander? Ben je bezig met hier, nu, het gekrijs van de meeuwen, het zand dat onder je voeten weggetrokken wordt, de hand van de ander in die van jou, deze nog warme nazomerdag, of ben je bezig met plannen, terugkijken, bang zijn voor wat er niet meer of nog niet is? Wat hebben jullie nodig? Ieder voor zich? Van elkaar? Voor jezelf?

We luisteren zonder oordeel. Alles mag gezegd worden, alles mag er zijn. We laten soms alleen even voelen waar iets vandaan komt. Hoe het ontstaan is. En dat ze vanaf NU allebei direct de keuze kunnen maken: ‘gaan we zo door, of besluiten we hier ter plekke het anders te doen? Te genieten, te voelen, te delen en vooral… te leven?”

Bij de auto geven we elkaar een dikke knuffel. We weten dat anderen ‘professionele afstand’ bewaren. Wij niet. Daar hebben we niet eens bewust voor gekozen of over nagedacht. Wij zijn altijd onszelf. We houden van mensen en we zijn er voor ze. Onvoorwaardelijk. Werk – privé? Geen idee. Lekker belangrijk ook. We geven voorbeelden uit ons eigen leven en laten altijd zien wat dingen met onszelf doen. Omdat we ons sterkste instrument zijn. Hoe kan dat, als je afstand moet bewaren? We willen het niet eens!

Woensdagavond. Hij kijkt even heel goed of niemand heeft gezien dat hij naar binnen kwam. Zijn fonkelnieuwe Audi staat een paar straten verderop. Iets met reputatie en zo. ‘Men’ zou dit echt niet snappen van ‘m. Hij kan toch alles zelf? ‘Hulp’ zoeken? Belachelijk. Na drie minuten is de stropdas af, na vijf het jasje uit. Een paar minuten later volgen de schoenen. “Pff… jeetje. Waarom laat ik me zo gek maken?” En na een kort moment van even adem halen, de ogen sluiten en alleen maar simpelweg ‘zitten’: “waarom doe ik dit niet gewoon iedere dag even? Djeez… wat een rust.”

Hij zit erdoor. Rent zichzelf voorbij. Ziet zijn vrouw en kinderen nog op zaterdagavond. Terwijl hij in slaap sukkelt op de bank met zijn vierde biertje die avond. Hij is er zo “focking klaar mee!” (excuus: zijn woorden!) Sporten? Hij weet niet eens meer waar zijn hardloopschoenen staan. Gezond eten? Hij is nooit thuis! Het ene excuus na het andere vliegt ons om de oren. Na een paar gerichte vragen, die dwars door zijn pantsertje heen prikken, zien we zijn schouders zakken. Het is, alsof er een klein jongetje op een te grote stoel zit. “Shit. Waar ben ik nou mee bezig?”

De zucht maakt dat we alledrie ontspannen. Hij ziet het ineens. En het pijnlijke… hij doet het echt allemaal zelf. In de oefening en het gesprek erna zien we een andere man. We zien HEM. Helemaal puur, open, kwetsbaar. Hij voelt het zelf ook en we weten alledrie: dit is het begin. De schillen en laagjes zijn eraf, vanaf nu kan hij er ieder moment voor kiezen het anders te doen. Het aanzien, de last, de verantwoordelijkheid en de statussymbolen; hij mag zelf weten of hij ze nog langer nodig heeft. Fluitend loopt hij terug naar de Audi en de muziek gaat hard aan als hij weg rijdt. Even schijt aan de buurt. Metallica. What else?

Donderdagochtend. We zitten stiekem even te sniffen met zijn tweetjes. We hebben net gehoord dat het doorgaat. Ons huis aan zee wordt werkelijkheid. Vanaf nu kunnen we het strand permanent zien als ons ‘kantoor’. 2 oktober is het zover. Tot die tijd rijden we nog lekker, met en zonder hem, haar en hen, op en neer met de cabrio. Naar de zee. De plek waar wij thuis zijn. Ook als het regent, het 30 graden is, er windkracht 10 staat of er reuzengolven zijn. Onze plek. We nemen jou er graag mee naartoe. Alleen, maar ook voor ons Kwartjes-weekend. De eerstvolgende staat gepland op 29 september. We zitten dan in Katwijk aan Zee. Tegenover het strand. We geven je uiteraard een natte-voeten-garantie. En daarnaast beloven we je dat we jou, zoals al die anderen en altijd al, helemaal nemen zoals je bent. Onvoorwaardelijk, zonder regeltjes, prikken we gewoon door alle bullshit heen. Wat je er daarna verder mee doet is aan jou. In ieder geval zul je anders kunnen kijken. Luisteren. En voelen. Dat vooral. <3

HIer, op onze (nog meer ‘in style’) website vind je alles… en nog wat. Kijk maar eens en zoek ons op. We beloven je dat je er geen spijt van gaat krijgen.