“Ik heb het gewoon tegen haar gezegd, hoe ik me voelde.En dat voelde GOED!!” Hij kijkt trots. Eindelijk merkt hij zelf wat het voor hem doet. Delen wat je ervaart. Hij stopte het lange tijd weg. Rennen, vliegen, puinruimen en vooral blijven staan. Blij-ven staan. Wat er ook gebeurt. Hij was de grote, sterke, en ja, dat vond hij stiekem zelf ook, stoere kerel op de groep. Voelen? Dat deden anderen maar. Je gaat toch net vertellen hoe je je VOELT! Zeker niet op deze groep, waar ze er meteen mee aan de haal gaan. Voelen was iets dat hij associeerde met zwak-zijn en gevaar. Onveiligheid.
 
Dus deed hij alsof. Alsof het hem allemaal niets deed. Hij zich de pis niet lauw niet maken. Tot die eerste off-dag. Toen ging het finaal mis. Bewoonster Annet vloog hem aan. Hij brak zijn neus, zij haar hand. Achteraf realiseerde hij zich dat hij zich niet lekker voelde die dag. Gedoe thuis, slecht slapen, zorgen om zijn zieke moeder. Hij deelde niets omdat hij het zelf wel kon oplossen. Dacht hij. Zijn buik zei iets heel anders, maarja… voelen mag niet hè!
 
De dag erna werd het erger. En daarna nòg erger. Hij was bang om überhaupt nog naar binnen te stappen en vroeg collega’s weer ‘ouderwets’ om back-up. Voor Annet was het allemaal super-onduidelijk doordat hij de hele dag gemixte signalen af gaf. Zelf dacht ie dat hij het enorm goed deed: wegstoppen, doen alsof alles goed ging… maar zij voelde meteen dat er iets niet klopte. Over onveiligheid gesproken.
 
Na twee weken trok hij het niet meer. En tja. Toen moest ie wel! Dit wilde hij echt niet meer. De eerste keer duwde hij nog steeds alles weg. En pas toen de vraag der vragen kwam (“Wat wil jij?) en hij daarbij wel moest gaan kijken naar zijn gevoel, mocht de deksel eraf. Hij leerde wat Hervaren voor hem deed. Delen wat je ervaart en dat doen. Hij ging uiteindeljik stil staan. VOELDE weer en dat mòcht ook!
 
Stap voor stap ging het beter. Gelukkig ook thuis, want ook daar ging hij delen. Zijn moeder overleed uiteindelijk, maar niet voordat hij haar had kunnen vertelde hoe hij zich voelde. Wat een verschil! Hij mòcht ook rouwen van zichzelf, iets dat hij anders nooit had toe gelaten. En ook daarvoor nam hij de tijd.
 
Nu hij weer hij aan het werk is merkt hij ook wat het hem oplevert. Hij deelt wat hij voelt, zelfs met Annet! Tijdens een off-dag doet hij niet langer alsof, hij kan het gewoon zeggen. Haar antwoord: “Ja hèhè… dat voelde ik toch allang!” Hij kan weer door. Met haar. En vooral: met zichzelf. Niks engs meer aan, dat voelen. Hij vindt het zelfs stoer van zichzelf! Want door zijn verdriet en boosheid (het ‘donker’) weer toe te laten en gewoon te accepteren, is ook zijn leuke, lichte kant weer terug. En eerlijk…? Die is eigenlijk nòg leuker dan die stoere kant.
 
<3
 
Naath