Oftewel: hoe hou je jezelf een beetje bij elkaar als je hoofd alle kanten op zwabbert.

Het is niet jouw schuld.
Dat je nergens zin in hebt.
Dat je hoofd voelt als een rommelzolder zonder trap.
Dat je de was start en daarna in de koelkast staart met een wc-rol in je hand.

Je mist gewoon wat stofjes.
Dopamine. Serotonine. Je brein snakt naar een beetje richting. En steun.

Hier wat dingen die echt helpen. Simpel. Zacht. Geen zelfverbetercursus:

1. Beweeg, maar wees lief.
Een wandeling. Even rekken. Keihard meezingen terwijl je de trap opgaat.
Niet omdat je af moet vallen, maar omdat je hersenen dan denken: “Oh! Er gebeurt wat!”

2. Zoek daglicht op.
Ga desnoods als een kat op de vensterbank liggen.
Zon op je gezicht = serotoninebonus.

3. Eet niet alleen suiker.
Ja, Nutella troost. Maar combineer het met iets dat je lijf voedt.
Een banaan met pindakaas. Of een ei. Of havermout met veel kaneel.
Je lijf hoeft geen strafkamp te zijn.

4. Doe één ding tegelijk.
Ja, multitasken is leuk op papier. Maar jouw brein is nu bezig met overleven.
Dus: thee zetten = alleen thee zetten.
Niet tegelijk de badkamer poetsen en drie appjes beantwoorden.

5. Doe elke dag iets dat je leuk vindt. Echt leuk.
Niet nuttig. Niet slim. Gewoon leuk.
Dansen. Tekenen. Iets knutselen met lijm en glitter als het moet.
Dat is je dopamineshot.

6. Wees minder streng.
Sommige dagen ben je een koningin. Andere dagen een meurend hoopje ellende op de bank.
Allebei is oké.

—&—

Wil je het echt ophangen? Schrijf erboven:
“Vandaag is het m’n serotonine. Niet mijn karakter.”
Dat scheelt al een halve paniekaanval.