Ze wil op reis. Naar Orlando, Kissimmee of… Parijs. Het lijkt een vreemde combi, zo op het eerste gezicht.

Ze vindt Parijs ‘de shizzle’. De Eiffeltoren is haar favoriet. Daar zijn de mooiste films, waarvan ze er een aantal al minstens twaalf keer heeft gezien, opgenomen. De stad van de Liefde. Ze hoopt dat ze er ooit een keer naartoe mag.

Ze zit naast me. Haar Winnie de Pooh-knuffel wordt stevig tegen haar borst gedrukt. Ik vraag haar waarom ze speciaal deze drie plaatsen noemt en ik voel hoe ze aarzelt. Ze durft het niet hardop te zeggen omdat ze er eerder al om is uitgelachen door haar huisgenoten.

Pas als ik haar vertel over mijn eigen uitstapjes naar Parijs voel ik hoe ze ontspant. “Het IS dus helemaal niet raar dat ik dat ook wil!”

Ik glimlach. “Nee hoor. Ik ben ook gèk op Disney!” Haar ogen beginnen te glimmen. Ze vertelt hoe ze de ‘stad van de liefde’ eigenlijk daar, op die plek veel mooier vindt. Een stukje buiten Parijs. Ze zou zo graag een keer naar Disneyland willen. Gewoon eens zien hoe het er daar uit ziet. Dansen met Mickey en Donald tijdens de parade. En natuurlijk haar favoriet ‘echt’ ontmoeten. Pooh. De parken in Amerika zijn misschien nog wat te ver weg. Wie weet… ooit!

Samen luisteren we naar ‘Let it go’. En ik voel: dit plan gaat zij nooit meer loslaten. Zeker weten: Parijs gaat een keer lukken! En tot die tijd is de Pooh-knuffel ook even genoeg. Ze mag best even ‘klein’ zijn… Hoewel… als zij klein is omdat ze Disney zo leuk vindt… wat zegt dat dan over mij?

Het is bijzonder om te ervaren hoe zij, zelfs op een groep waar mensen wonen die houden van Buurman en Buurman, Pippi Langkous en Kinderen voor Kinderen, zich schaamt voor wat ze leuk vindt. Blijkbaar wordt het ons allemaal aangeleerd: doe eens ‘normaal’, gedraag je ‘volwassen’.

Je volwassen gedragen betekent voor mij dat ik ook een (vrij) kind mag zijn. Dat ik nieuwsgierig, leergierig, kort door de bocht en speels mag zijn. Dat, afgewisseld met: mijn grenzen aangeven, onvoorwaardelijk liefdevol zijn naar mezelf en naar anderen en me aanpassen indien nodig. Ik sta in het midden. Tussen mijn vrije kind, mijn aangepaste kind, mijn kritische en voedende ouder. Die zitten allemaal IN mij. En ik mag daarmee spelen. De balans zoeken.

Zij doet eigenlijk hetzelfde. Ze wordt gezien als een kind in een volwassen lijf. Terwijl ze zich op sommige momenten volwassener gedraagt dan wij allemaal bij elkaar. We kunnen echt nog zoveel van elkaar leren. Dat merk ik ook als zij de songteksten van Frozen allemaal feilloos meezingt terwijl ik er sommige woorden op de gok uit gooi. Ze lacht om mij. En ik om haar. We lachen samen. En er is, in de hele wijde wereld, niets leukers dan dat. Behalve Disneyland dan. Uiteraard.

<3 Naath