“Ik hou ook van pizza. Zonder korst. Anders kan ik het niet kauwen”. Ter illustratie trekt hij zijn bovenlip op. Hij mist het grootste deel van zijn boventanden. Een lange tong steekt tot bijna aan zijn kin uit zijn mond. “Pizza Margherita, lekker.” Hij fluistert het bijna, vanaf de overkant van de tafel.

Ik heb eerst niet door dat hij het tegen mij heeft. Om me heen kijkend zie ik dat er verder niemand is die luistert. Zijn blik is leeg, starend van achter de bijna dichte oogleden. Ik beweeg een beetje opzij en zie dat hij me niet volgt. Ik realiseer me dat hij blind is.

Ondanks dat heeft hij door dat ik hier zit. Ik ben aan het observeren. Ik bekijk wat er allemaal gebeurt op deze ‘werkplek’ om daarna advies te kunnen geven aan de begeleiders rondom een andere deelnemer die verderop aan een tafel zit.

Hij zat zomaar ineens bij me aan tafel. Als een soort ninja, op zijn tenen sluipend kwam hij binnen. Het leek of niemand hem zag. Tjop tjop… hop, daar zat hij. Wat hij hier komt doen? Ik heb werkelijk geen idee. Hij schenkt op de tast een kop koffie voor zichzelf in.

Het pizza-verhaal is een reactie op een gesprek dat aan de andere tafel gevoerd wordt over lievelingseten. Ik geef reactie op zijn verhaal en hij lijkt blij verrast. Blijkbaar reageert er normaal gesproken niemand op zijn verhaal. We praten over pizza, de zee en meeuwen. Bij iedere zin komt de lange tong weer even te voorschijn. Hij blijft fluisteren. Zijn zinnen worden steeds langer en hij kan, ondanks het niet kunnen zien, beeldende voorbeelden schetsen.

Het raakt me dat niemand anders reageert. Is dit nou hoe een zinvolle daginvulling eruit ziet? Wie praat er normaal gesproken met deze man?

Later, als hij weg is, hoor ik dat hij eigenlijk niet meer op deze groep komt voor dagbesteding. Er is te weinig begeleiding voor het aantal deelnemers. En dus ook voor hem. Het mooie? Hij heeft er gewoon schijt aan. Hij komt iedere dag gewoon nog even een kopje koffie halen en tegen ‘het meubilair’ aan kletsen. En vandaag ben ik dat ook. Meubilair. Als ik zit te observeren zeg ik dat zelf ook altijd gekscherend. “Doe maar of ik meubilair ben. Of een kamerplant. Mag ook”.

U vraagt, wij draaien. Praten tegen het meubilair. Alleen… Is dat hoe jij jouw eigen favoriete daginvulling zou zien?

Terug in de auto springt Spotify automatisch aan op een van mijn random playlists. “Alles hier is ook van jou” zingt Sanne Hans door mijn speakers. “Kom binnen, kom hier, kom verder, blijf hier… alles hier is ook van jou”. Zo voelt het voor hem blijkbaar altijd nog. Ook als er geen geld meer voor is. Ik hoop dat hij heel snel tegen iets en vooral iemand anders dan het meubilair zijn verhaal kwijt kan.


Naath