Hij verhuisde van een terrein naar een woongroep in de wijk en ging van daaruit, als ‘crisis’, weer terug naar het terrein. Teveel vrijheid, ruimte, huisgenoten die een stuk zelfstandiger waren dan hij… het liep uit de hand. Hij begon op een onhandige manier om aandacht, nabijheid en veiligheid te vragen. Sloopte soms dingen, schold en liep af en toe weg. Uiteindelijk kon hij ook niet op de woongroep op het terrein blijven waar hij geplaatst was; hij moest verhuizen naar een woning waar cliënten die zeer intensieve zorg nodig hadden, woonden.

Daar woont hij nu een jaar. In die tijd heeft hij zes verschillende ‘pb-ers’ gehad, drie nieuwe gedrags’deskundigen’ de hand geschud en hij weet via de begeleiding dat er alweer een nieuwe Leo is (Leo is de naam van de eerste manager, inmiddels zijn er al drie ‘Leo’s’ voorbij gekomen).

Hij zit hier omdat HIJ moeilijk begeleidbaar is. Maar hoe zit het dan eigenlijk met die begeleiders? Ze blijven vaak maar zo kort dat ze niet eens wéten wat hij nodig heeft qua begeleiding. Voordat ze überhaupt beginnen met begeleiden zijn ze alweer weg. Worden zíj wel een beetje goed begeleid? Ze moeten veel zelf doen, dat ziet hij wel. Ze hebben nog maar weinig tijd voor hem omdat er zoveel andere ‘belangrijke’ dingen moeten gebeuren, vooral achter de computer, op kantoor.

HIj vertrouwt het niet meer. Hij is ook maar gestopt met mensen leuk of aardig vinden. Steeds als hij dat deed moest hij na een paar weken weer opnieuw beginnen. Niks aan. Er zou eigenlijk ook iemand speciaal voor hem zijn elke dag. Daarvoor moest hij zelfs zijn handtekening zetten laatst. ‘Meerzorg’. Raar. Hij krijgt helemaal niet meer zorg dan vroeger. Op de vorige woningen was er zelfs meer begeleiding dan nu. Nu zijn er gewoon te weinig mensen om hem te kunnen helpen als hij het even moeilijk heeft.

Hij voelt zich alleen en hij verveelt zich. De dagen zijn lang. Hij zou graag meer willen werken maar ook daarvoor is er op het moment niet genoeg begeleiding. Er zou iemand met hem mee moeten gaan. En die is er dus niet. Alleen kan hij niet. Durft hij ook niet. Straks gaat het weer mis en moet hij weer verhuizen.

Hij trekt zich meer en meer terug. Zondert zich af. Ligt veel in bed. En het rare? Ze denken daardoor dat het goed met hem gaat. Hij vindt er geen zak meer aan. Dit is niet wie hij is. Misschien moet hij maar weer eens even laten merken dat hij er is. Zullen ze hem dan wèl weer zien? Wie weet.

Die middag loopt hij, zonder dat iemand het ziet, het terrein af. Drie dagen later wordt hij pas gevonden. Vervuild, hongerig en doodsbang. Hij krijgt medicatie en brengt een paar dagen achter gesloten deur door. Plan mislukt. Nu ziet hij nog minder begeleiders. En de dagen zijn alleen maar saaier geworden.

De knop gaat om en hij wordt weer passief, stil, en slaapt het grootste deel van de dag. Hij verhuist uiteindelijk weer naar een ‘reguliere groep’ omdat hij niet meer íntensief’ is. En daarna naar een woning buiten het terrein… en …. weer terug. Crisis. Wat een leven. Wéér een Leo. Wéér een handtekening.

Zal dit ooit… óóit veranderen? Hij blijft hopen. Op een Leo die het, eindelijk, snapt.

<3