Ze doet het allemaal helemaal alleen. En dat lukt prima. Tenminste… dat geloven de mensen om haar heen. Ze werkt, kookt, brengt en haalt, regelt en smeert. Ze is selfmade-ZZP-er, maar dan anders. De kinderen, haar moeder, de buren en haar ‘ex’. Voor allemaal heeft ze begrip en maakt ze tijd. Ook als die tijd er eigenlijk niet is omdat de volgende alweer aanklopt. Ze houdt ze allemaal in de lucht. Die spreekwoordelijke ballen.

Van binnen is ze op. Moe. Ze sleept zich iedere ochtend van bed naar douche. Daar tekent ze met haar oogpotlood haar masker op haar gezicht en zet ze haar mondhoeken in ‘we-gaan-er-weer-voor’-stand. Het liefst wil ze blijven liggen. Uitslapen, al is het maar één keer.

Ze weet zelf heus wel dat het haar op een dag niet meer gaat lukken. Dat ze dan één van de ballen per ongeluk zal laten vallen. Een beeje hulp zou welkom zijn. Maar ze durft het niet te vragen. Wat als ze haar slap vinden? Of nog erger. Wat als… niemand haar ziet?

Ze vertelt het allemaal, bijna zonder woorden, bij ons op het ‘magische kleed’. Heel even mogen de tranen er zijn. Daarna moet ze weer gaan. Door. Verder jongleren. De eerste stap is gezet. Ze heeft zich, héél even, laten zien. En… wij zien haar. Voor nu is dat even genoeg.