“Pak je ballen nou eens vast en gedraag je als een echte kerel! DOE het nou eens!” Echt. Dit heb ik letterlijk tegen iemand gezegd. En niet tegen ‘zomaar iemand’… nee… tegen de liefste man die ik ken. Precies dát was ook de reden waarom ik het zo zei. Dat hij zo lief is. Altijd aardig, vriendelijk, zacht, ja zelfs: onvoorwaardelijk liefdevol tegenover anderen. Natuurlijk is dat super en heerlijk en geweldig voor al die anderen. Alleen: niet altijd ook per definitie voor HEMzelf. Het ging ten koste van hem. Vond ik dan hè. Dus zei ik er iets van, op mijn altijd tactische, empathische, liefdevolle onnavolgbare wijze.

Hij schrok ervan. Een beetje. Want hij kende mij inmiddels ook al wat langer. Het was voor hem een zetje om in de benen te komen, zo vertelde hij later. Achteraf was hij er eigenlijk zelfs blij om en dankbaar voor dat ik hem zo had aangesproken. Het was het begin van iets heel moois. Wij. Ik ben nog iedere dag gelukkig omdat ik het dúrfde te zeggen. Want ook dat ging niet zomaar vanzelf.

Ik heb namelijk geen ballen. Tenminste, niet fysiek zoals we ze bij mannen bedoelen. Tòch zijn er de nodige momenten geweest waarop ook ík mijn boeltje bij elkaar heb gegrepen en ben gegaan voor wat ik wilde. En ik geef toe; dat was niet altijd even vanzelfsprekend en makkelijk. Ik begreep daardoor steeds beter waarom het bij hem zo lang duurde voor hij door durfde pakken. Ook ik ben van binnen namelijk het liefst aardig en lief voor anderen. Ik wil anderen niet kwetsen, geen verdriet doen. Inmiddels weet ik ook dat dat eigenlijk nooit het geval is. Ik kan en mag alles zeggen wat ik wil. Als de ander daar iets bij voelt is dat van hem of haar. En dat mag ook.

Wanneer iemand zich aangevallen, teleurgesteld of gekwetst voelt dan wordt er iets geraakt. Gevoel vooral. Meestal heeft het helemaal niets met die ene zin, vraag of dat woord te maken dat zo binnenkomt. Het triggert iets. Een herinnering, ervaring, emotie. Iemand voelt zich aangevallen door iets dat eigenlijk bij een oud stukje hoort. Meer en meer op die manier kunnen kijken maakt dat het makkelijker wordt ècht te gaan delen wat ik wil en voel. Zonder bang te zijn de ander te ‘kwetsen’. Daarmee wordt ook mijn-eigen-niet-bestaande-ballen-pakken een stuk makkelijker.

N