Ik zie haar in de verte mijn kant op komen. Heel langzaam. Schuivelend. Het is alsof ze haar voeten niet op kan tillen. Met de muts stevig over haar oren getrokken hangt ze tegen de wind, die hier zo vlak aan zee toch altijd nèt iets guurder lijkt, in. Als ze dichterbij komt zie ik haar linnen tasje. “Jezu…” kan ik lezen, de rest valt weg onder haar arm, die ze stevig tegen zich aangeklemd houdt. Ik denk dat ze ongeveer 2 keer mijn leeftijd is.
 
Als we vlakbij elkaar zijn staat ze ineens stil en ik zie hoe ze mijn kant op draait. “Mag ik jou iets vragen, kind?” Meteen gaan alle stemmetjes aan. “Ze wil je bekeren!” “O nee… hier heb ik helemaal geen tijd voor!” “En vooral … geen zin in!” Ik schuif ze allemaal opzij omdat íets me ook triggert. “Ja hoor!” Ze schuift haar mouw wat opzij en laat een pijnlijk dikke en rode hand zien. “Ik heb iets aan mijn hand… en nu voelde ik dat mijn veter los zit. Zou jij misschien…?”
 
M’n hele bus vol stemmen valt en draait over elkaar heen. “Duh!”, “Sjongejonge wat zijn we weer snel met oordelen”, en “ah gossie!” hoor ik, allemaal tegelijk. “Natuurlijk!” zeg ik en ik ga op een knie zitten. De hond wil haar graag begroeten maar ik voel hoe ze even schrikt en hoe hij als vanzelf meteen gaat zitten. Hij houdt direct afstand en haar spanning zakt weg.
 
Terwijl ik haar veter strik komt het peloton aan stemmen wéér met de-leuke-verhalen-voor-het- slapen-gaan. “Straks is het een truc!” “Pas nou op!” en “straks komt er iemand bij die je gaat beroven!”. Ik stuur ze allemaal met één lach weg. Ten eerste: ik heb niets bij me. Ten tweede: ik moet echt stoppen met al die spannende Netflix-series kijken voor het slapengaan. In mezelf stuur ik ze allemaal weg, de twijfelaar, de controleur, de innerlijke criticus en de angsthaas. De pleaser mag nu gewoon, zomaar, even voorin zitten van mij! “Zal ik de andere veter ook meteen doen? Die zit ook los! Dubbele knoop erin?”
 
Na afloop, als ze me bedankt heeft en ineens kaarsrecht in hoog tempo door wandelt richting zee, voel ik me bijna schuldig dat al die gedachten zomaar omhoog kwamen. Waar hebben we het over? Een dame van 92 (weet je meteen ook hoe oud ik ben als je goed hebt opgelet 😉 ) die me zou kunnen overvallen? Die überhaupt iets van risico zou zijn?
 
Als ik langs een huis loop zie ik mezelf weerspiegeld in de ramen. Ik heb mijn stoere laarzen aan en een beanie op. (Nep!)leren jack. En naast mij loopt een hond die grotendeels Stafford terrier is en een Gentle leader (iets dat lijkt op een muilkorf maar het niet is!) om heeft. Hij weet zelf niet hoe stoer en sterk hij is, maar zo ziet ie er, daar in die weerspiegeling, wèl uit! En meteen voel ik wat de dame met de losse veters gevoeld moet hebben toen ze zo op ons afliep. En ik vraag me af wat er in haar stemmenbus gebeurde toen ze bedacht dat ze even hulp nodig had.
 
Ik zie haar in de verte, ze loopt inmiddels harder dan ik. Ineens stopt ze. Ze draait zich om. En zwaait. Naar mij, naar ons. Ik zwaai terug. En van binnen hoop ik dat ik, als ik 92 ben, nog net zo stoer ben als zij.
 
 
<3
 
Naath