100 pakken in een zaal, gezicht allemaal naar een hogere rang leidinggevende die een verhaal over cijfers, passie, vooruitgang (als we geluk hadden) en motivatie uitzond. Als ik echt mazzel had dan hing er een scherm en hoorde ik alleen een stem de cijfers voordragen.

Af en toe doken verschillende hoofden om mij heen naar beneden om op hun favoriete cadeau van de zaak, hun telefoon, te checken of er wellicht iets was wat hen uit die zaal kon ver-excuseren. Die redding was er maar zelden. Dus kwam het hoofd als vanzelf, tegen de zwaartekracht in, weer fronsend omhoog.

Hoe ervaar jij ze, die gezamenlijke momenten? Ben je voor je gevoel na zo’n overleg weer een stuk van je ziel kwijt of kom je er volledig opgeladen van terug?

Ik had vaak dat eerste. Maar dat was mijn ervaring. Heel persoonlijk.

Op een van mijn laatste ervaringen in het auditorium (waar de sfeer alleen nog een houten kist miste vooraan bij de spreekstoel) keek ik eens om mij heen en werd ik mij opeens bewust van al die bijzondere mensen in pak. Allemaal de neuzen dezelfde kant op, fysiek dan he… qua gedrag niet echt, zodra zij buiten de sfeerkamer stapte. Dan gingen de neuzen vaak weer in alle windrichtingen hun eigen kant op.

Als gezegd lichtte er af en toe een lichtje op, niet intern, maar extern. Op dat schermpje waar ze periodiek erg hoopvol naar keken. “Ping”… “zou het? Ahh, kak… een mail voor de volgende vergadering met het MT.”

De preek van de voorganger werd zuchtend ontvangen, knikkend goedgekeurd, waarbij ik mij iedere keer afvroeg of de informatie niet letterlijk bij de deur al was achtergelaten in de ruimte.

Achtergelaten als lege bierbekers na een concert. Kapot getrapt op de weg naar de uitgang. Het hoofd vol watten van de non-inspirerende ratel van de grote voorganger, als een knetterharde kater na al die biertjes, die je niet op de lege maag had moeten innemen.

Sfeertje he? I know 🙂 Nogmaals: mijn ervaring.

Als ik geluk had was er een onderbreking in de gevoelsmatig eindeloze stroom van monotoon gereutel over hoofdzakelijk hoofdzaken, die door mijn overuren-draaiende hoofd begrepen moesten worden. Achterliggende cijfers, trends en voorspellende cijfers en sheets. Sheets in aantallen waar je in papieren vorm heeel veel vliegtuigjes van kon maken. Waarschijnlijk zelfs een Airbus-A380 op ware grootte.

In gedachten vloog ik vaak weg. Als een dromend mannetje in de 1e klas, als de juf weer eens nieuwe rekensommetjes aan het uitleggen was. Het schoolplein kreeg altijd mijn aandacht op die momenten. Spelend, rennend, lachend met mijn vriendjes. Heerlijk, als een kind zo blij. Vrij, creatief en vol in beweging. Op die momenten bleek tijd niet te bestaan. De bel bracht je altijd weer terug in het gareel. “Ping”.. “Zou het? Ach nee… weer een vergaderverzoek over het volgend kwartaal.”

Kon zo’n managementbijeenkomst maar meer als de pauze van de basisschool zijn. Ik vertrek in mijn gedachten weer terug.

“Spelenderwijs wijzer worden, levenservaring op doen, door ieder moment te ervaren. Die ervaring delen met elkaar. Lachend, huilend, vechtend en uiteindelijk altijd weer samen. Als het leuk was deed je het vaker, als het stom was dan stopte je er mee. Zo simpel!

Kak, die vervelende meester staat weer te roepen dat we naar binnen moeten. Ik moet weer in de rij.”

Back to reality.

“…het volgende kwartaal moeten de cijfers echt nog wel verbeteren. Het MTO komt er weer aan, dus motiveer je mensen, inspireer ze de tent uit (euh?!?!?) en geef het goede voorbeeld. Wees dedicated, engaged en lead by example”.

Ik kijk hoopvol naar mijn escape-telefoon. No escape, ik hoor het mij nog zeggen op dat schoolplein:

“Zou het volgende les-uur leuker zijn? Ik kan niet wachten tot ik groot ben. Dan kan ik altijd doen wat ik wil en elke dag spelen met mijn vrienden. Nooit meer zo’n saaie meester voor de klas. Nooit meer allemaal met onze neuzen naar het bord, waar wordt verteld wat we moeten doen. Cijfers die ik toch nooit zal onthouden.

Kon ik maar weer spelen, op het plein. Vrij en onbevangen ervaring op doen. Levenservaringen die ik nooit nooit zou vergeten.”

… ik ben op een gegeven moment de les uitgelopen en speel nu elke dag op het speelplein. Lachend, huilend, rennend…als een kind zo blij.

Zo simpel! Ik leef.

 

Jeroen(tje)