Overprikkeld geworden

Als eerder beschreven ervaar ik: prikkels van buitenaf volgen is mijzelf (continue) aanpassen. Dit kan continue gebeuren, dat hoeft niet. Het gaat ook bewust of onbewust. Als ik het maar lang genoeg doe dan kan er een ‘overprikkeling ontstaan.

Ik heb mijzelf dan zo lang aangepast dat elke extra onnatuurlijke prikkel (onnatuurlijk is dan niet vanuit mijn innerlijk, niet voedend voor mij) die er is, mij teveel wordt. Dan lijk ik zo vele malen gevoeliger voor prikkels dat ze mij instant kunnen uitputten. De kleinste kunnen al teveel zijn. Dan lijk ik ‘overgevoelig’ geworden. Zo heb ik het ook lang ervaren. Overgevoelig of hooggevoelig. Niet ben, maar ben geworden.

Mijn wijsheid: Niks en niemand is ‘iets geworden’. Alles is vanaf dag 1 al iets, het. Goed genoeg. De mens denkt iets te moeten worden, dat zeggen we dan ook collectief vanaf dag 1 tegen ‘onze kinderen’; “wat wil je later worden?”. Een rups wordt alleen een vlinder omdat wij ooit bedacht hebben dat die twee verschillend zijn. Omdat de vorm verandert, de eigenschappen, de gedragingen anders zijn dan eerst, is het beestje niet meer hetzelfde en moet het in een ander hokje.

Ik paste mijn gedrag ook steeds aan, omdat ‘de buitenwereld’ dat vroeg. Of ik dacht het. Zij bepaalden, ik volgde. Van hokje naar hokje.

Alles buiten mijzelf was belangrijker dan mijn innerlijk weten. Dit kwam omdat ik mijzelf niet vertrouwde. Om welke reden dan ook. Ik weet nu dat ik ieder moment dit aangeleerde patroon kan omdraaien. Uit kan zetten, ‘mijzelf kan zijn’. Innerlijk eerst, dan pas uiterlijk mee laten leven. Van binnen naar buiten.

Wat ik vaak deed om het patroon in stand te houden, was die ‘overgevoeligheid’ als een excuus gebruiken. Als een eigenschap/ kenmerk van mij in te zetten. De bedachte winst: de keuze om mijn innerlijk te volgen, mijzelf te volgen, hoefde ik niet te maken. Ik was er namelijk bang voor. Bang om mijn gecreëerde bestaan ‘op te geven’. Dan zou ik er niet meer toe doen, was mijn overtuiging. Ik was eindelijk iets geworden. Ik had zo’n angst om weer opnieuw te beginnen, dat iets in mij een uitvlucht zocht.

Ik ging op zoek naar de ‘heilige graal’ om beter te worden en ik vond het. Wooohooo. Alleen wel buiten mijzelf. In veel hokjes, maar voor deze eigenschap vond ik het hokje HSP. Ik paste er zo goed in.

Alles wat mij bevestigde en af hield van ‘mijn verantwoordelijkheid nemen’ omarmde ik. Iedere eigenschap die werd genoemd geloofde ik zo intens. Het was namelijk DE reden om niet te hoeven kiezen. Niets te hoeven veranderen, want ‘he, zo ben ik. Ik ben hooggevoelig (geworden)’.

Ik geloofde alles van het bedachte HSP-label. Die vlinder paste mij ook. Mijzelf op 1 zetten vroeg namelijk verantwoordelijkheid nemen voor mijzelf en dat wilde ik niet. Er is in die keuze niemand anders verantwoordelijk voor mijn leven dan ikzelf. Dat vond ik zo eng en zo vervelend, dat ik die uitweg zocht.

Ik kan namelijk ook bij ‘eigen verantwoordelijkheid’ niemand anders de schuld geven van mijn pijn, gevoelens en ervaringen. Schuld verdwijnt dan namelijk ook bij ‘jezelf op 1’. Het is niet alleen happy de peppie, maar ook ronduit klote en pijnlijk. Leven omvat alles, niet alleen leuk, lief en licht.

Toen ik het lef wel voelde en dus handelde naar ‘mijn innerlijk’. Verdwenen naast ‘schuld’ ook alle andere ‘excuses en redenen’. Alles wat er gebeurde was (en is) een gevolg van mijn eigen handelen.

Wat ik dus voorheen deed om die keuze niet te hoeven maken verzon ik labels. Redenen om niets te hoeven doen. Excuses om niet iets te kunnen. In geval van mijn gevoelens volgen en mijn verantwoordelijk hier voor nemen: ‘Ik ben nu eenmaal hooggevoelig dus ik kan er niks aan doen. De wereld is voor mij te eng en te heftig’.

Nog verder terug had ik het label (excuus) ‘nuchter’ of noem het ‘laaggevoelig’, gecreëerd en omarmd. Ook in die hokjes was voor mij aanpassing of verandering uit den boze. Ik ervaar ze nu als een exact dezelfde beweging: aangepast leven op de buitenwereld.

Mijn brein (ieders brein), gevoed door angst, twijfel, of welke weerstand dan ook, creëert dualiteit. Dualiteit die maakt dat er zwart of wit is, licht of donker. Allemaal hokjes die bewezen moeten worden en ‘bestaansrecht’ geven. Als iets bewezen is dan bestaat het. Dacht ik.

DE uitweg om niets te hoeven doen op basis van een eigen ervaring (vaak een gevoel). Killing voor de innerlijke beweging. Voeding voor de externe macht.

Ik was ‘die macht’ gaan geloven. Omdat, terug naar de basis, ik mijzelf niet ‘bewezen’ vond. Iets moest er gevonden worden, in de breedste zin. Of er moest iets van gevonden worden. Dan pas bestond ik. Dan werd ik gezien en/of gehoord (ervaren).

Ik zeg nu: het bestaat want ik ervaar het. Of een ander het nu ook of niet ervaart. Mijn waarheid is mijn wijsheid op bestaan. Niet ‘Ik denk dus dat ik besta’ maar ‘ik ervaar dus ik besta’. Dit gaat voor mij nog op veel meer in het leven maar die eigen wijsheid laat ik voor nu even varen.

Het is een kwestie van mijzelf zien, voelen, horen, ruiken, proeven: ervaren. Een keuze voor mijn eigen waarheid, mijn deel in het leven: mijn leven (het leven).

Ik ervaar steeds vaker hoe prachtig en bevrijdend het leven is. Onbevangen (niet gevangen in hokjes) leven. Leidinggevend aan mijzelf. Ik op 1 en op die manier mijn leven leven. Ik moest twee stappen zetten: vertrouwen op mijzelf, verantwoordelijkheid nemen voor mijzelf. Wat het bracht: Onvoorwaardelijkheid. Voor mijzelf en de ander.

Wat er dan wordt gevoed: verbinding. Vanuit mij en vanuit de ander. Ieder zelf verantwoordelijk, zelfsturend en samenlevend.

Meer is er niet nodig, toch? Natuurlijk (gezien)  niet.

Ervaren is weten, weten is doen, doen is een ervaring etc etc. The circle of life.

Jeroen