“Nóu pies je dus op andermans land!” Ik kijk naar de hond, die zijn poot omhoog houdt en er nog wat druppeltjes uit perst. “Je bedoelt hem, neem ik aan?” zeg ik terwijl ik wijs.
“Nope. Jij. Op míjn land om precies te zijn”.
“Okay. Leg uit.” Hij legt uit.
“Je vertelt aan mij wat iets met jou doet. Alleen… daar blijft het niet bij. Je vertelt er meteen bij dat jouw gevoel door mïj komt en vult in wat ík (volgens jou) doe, zeg en vind. Je weet niet eens of het klopt, doet aanames en hebt verwachtingen… en ja. Daarmee blijf je niet bij jouw deel (ik noem het voor het beeld even jouw ‘land’ of grond) maar kom je op het mijne. Waar haal jij het lef, of misschien wel: de arrogantie, vandaan om het voor mij in te vullen, op mijn land te piesen?”
Ik slik. Kak. Ja. Dat doe ik. Ik denk zo goed te weten wat hij vindt en doet en denkt dat ik het voor waar aan neem. En da’s niet eerlijk.
Dat zeg ik tegen hem. “Stop eens met denken en invullen. Voél eens.”
Ik ga naar mijn buik, mijn hart, mijn zintuigen en ik pik hem meteen weer op. Een diepe zucht, bijna tegelijk met de zijne.
“Ja. Dat. Fijn hè”. We zijn weer verbonden. En tegelijk zit ik weer op mijn eigen ‘land’.
De hond druppelt nog even door. Op andermans land. Maar hee… daar betalen we hondenbelasting voor
<3 Naath
Recente reacties