Hij is 82. Bijna doof en vergeetachtig.  Erg vergeetachtig.  Hij weet na 1 minuut al niet meer dat hij net een kop koffie op heeft.  Soms neemt hij er meteen nog een. En daarna nog eentje.  Hij kan soms 20 koppen koffie op een dag drinken.
Zijn begeleiders vullen de koffiepads zonder mopperen of commentaar aan. Hij heeft niet zo lang meer. Zijn lijf is op, zijn hart doet het niet goed meer. Hij mag genieten van zijn kopje koffie. Kopjes. Soms kopen ze stiekem caffeinevrije pads.
Behalve van zijn koffie kan hij enorm genieten van ritjes in de bus. Zijn begeleiders genieten op die momenten mee. Als kleine kinderen zwaaien ze samen naar koeien, kletsen ze tegen schaapjes en zingen ze de kinderliedjes uit de cd-speler mee die hij eigenlijk niet meer goed hoort.
Kind zijn. Hij kan het en schaamt zich er niet voor. Eigenlijk zouden ze dit allemaal elke dag wel willen doen. Hoofd uit en Voelen. Zijn hart doet het misschien nog wel veel beter dan dat van hen.
Hij is een spiegel. Op zijn manier. Voor hen.  En voor mij. Ik geniet van zijn speelsheid, de vrijheid, het helemaal kunnen verdrinken in Voelen. Zijn. Ik ga er zo in op dat ik mijn eigen kop koffie vergeet. Ach… hij heeft vast nog wel ergens een koffiepad liggen.