Daar staat ze. Groot en vol goede moed. Ze zegt dat ze er klaar voor is. Beide benen op de grond en vol vertrouwen. Het voelt allemaal goed en ze is van plan er vol in te duiken. Dit wil ze zo graag. De glimlach kan niet groter. Ze is er klaar voor. “Kom maar op met die kwartjes. Ik kan bijna niet meer wachten.” Ik besluit direct te prikken op die enorme onzuiverheid die ik direct ervaar. Wat ze zegt is zo anders dan dat ze als bericht uitzendt. Ik beloof in mijzelf dat ik er voor haar zal zijn die middag.

Ik hoor haar echte stem ook. Zachtjes op de achtergrond fluistert er een meisje. Háár wil ik ontmoeten. Daarvoor zal ik de vrouw die ze geworden is eerst ont-moeten.

Ik maak oogcontact en stem ‘mijn radio af op die van haar’. De verbinding is aan.

Ze krijgt de vraag waarom ze hier is. Als zo vaak komt de behoefte waar iedere keer mijn hart van breekt. Zij ook direct. De vraag komt hard binnen. Ze antwoordt: “ik wil leven! Mij vrij voelen en geluk ervaren”…het kleine meisje in haar spreekt. Ik heb contact. Ik zie haar kort.

De geworden vrouw neemt direct over; “…maar het lukt me steeds niet. Ik heb al zoveel gedaan, geprobeerd, gezocht. Ik ben moe, op, leeg. Ik weet het niet meer. Waarom werkt alles en iedereen mij zo tegen? Waarom lukt het mij niet en al die anderen wel? Waarom ziet niemand mij staan?”

Har knieën wiebelen. De glimlach is weg en o wat is het bericht nu wel coherent. Wat deze vrouw zegt en uitzendt is 1. Ze is moe. Ze moet van alles en wil dit niet meer. Op, leeg en bijna klaar voor die handdoek.

Ik laat haar vol (liefde) in haar eigen schaduw staan. Zo voelt het direct. De schaduw die als een deken om haar heen hangt. Al zo lang.

Ze staat stokstijf, op haar wiebelende benen. Verharde spieren, strak gezicht en gebalde vuisten. Vechtend met zichzelf en klaar om te vechten met alles wat op haar af gaat komen. Het voelt als lijden. Lijden vanuit het wantrouwen dat het haar weer niet zal gaan lukken en die mij voor geen meter vertrouwt.

Tegelijk hopend dat ik haar redding ga zijn. Die ene redder die alle antwoorden heeft die ze zoekt zodat ze eindelijk mag leven zoals zij zelf wil. Alle touwtjes om haar te laten bewegen voel ik in mijn hand gelegd worden. Ik neem ze niet aan. Ze mag alleen staan. Ik ben er wel, mijn eigen licht blijft als een vuurtoren op zoek naar die kleine meid. Die ene schittering leidt mij wel de weg en haar ook naar buiten.

Ze mag zelf ervaren hoe het is om te staan. In het volle licht en zo ook met diepe zwarte schaduw. Wie zich groot maakt, creëert ook enorme schaduw als er licht op valt. En groot had zij zich gemaakt.

Diep zwart is haar schaduw. Ze voelt zwaarte en het is er vol verdriet. Te zwaar voor haar benen. Haar eigen creatie is niet meer te dragen. Ze zakt door haar knieën. Het gewicht van haar lijf is teveel voor die wiebelende benen. Alles wat ze deelt is zo puur. Dit is wat diep vanuit haar naar boven komt. Wat een diamant laat ze zien. Ze schittert in dat diepe zwart. Ik krijg haar volledig te zien. Ze voelt, gaat diep en duikt er vol in. Zo zit ze daar enige tijd. Volledig in haar schaduw, alleen en alles stroomt. Steeds meer licht deelt zij nu zelf ook.

“Hoe voel je je?” vraag ik na een lange stilte. “Wat denk je!”, snauwt ze met een lach.

Ze neemt een diepe ademteug en zucht. “Rustig en kalm”, is haar antwoord. Ze schrikt. “He, dat klopt niet. Ik voel mijn hele lijf, mijn make-up zit op mijn knieën en ik ben leeg. Dan kan ik toch niet rust en kalmte ervaren. Wow dit lucht op. Ik voel mij kilo’s lichter.”

De zachtheid is van haar gezicht af te lezen. Haar ogen stralen door de tranen heen. Een vertederend beeld van die gebroken grote, hard en star geworden vrouw die zo aan het vechten was.

Elke dag weer paste zij zich aan, aan de rollen die van haar werden gevraagd. Elke dag verstopte zij zich. Niemand mocht haar (gevoel) echt zien of horen. Dat zou namelijk alles wat zij had opgebouwd doen afbreken. Die vrouw zou opeens niet meer bestaan. Koste wat het kost zou ze dat beschermen.

Alle muren werden er voor gebouwd, de wachters op de toren. Zelfs wachters om die wachters te beschermen. Alles om die ene plek te beschermen. Een fort waar je normaliter de duurste diamant in zou opbergen, zodat deze niet gestolen zou worden.

Alles was door haar opgesteld om haar diamant te beschermen van de buitenwereld.

En nu kwam juist daar op die plek een straal van licht. Vanaf een plek die ze totaal niet had verwacht. De plek was gespot, gezien. Beschenen en ontdekt… van binnenuit.

Die diamant was gaan schitteren. Het verlichte direct die plek waar die kleine meid woont. Die mocht ik direct ontmoeten. Daar waar zij alle vrijheid ervaart om te doen en laten wat zij wil. Waar haar antwoorden liggen. Waar grenzeloos het volgen van haar hart ontstaat. Waar alles mag en alles kan. De balans er altijd is. Die plek werd door haar eigen licht weer ervaren en gezien. Haar wachters waren gezien en werden ontwapend, de poort kon open. Lucht kon weer stromen. Een zucht is wat ik hoorde. Er was rust.

Haar gebalde vuisten waren verdwenen, haar handen open. De touwtjes lagen weer in haar handen.

Ze heeft ervaren wat zij van binnen voelde, ze deelde dit volledig en puur om vervolgens te doen wat er nodig was. Volledig zuiver. HERVAREN. Het stroomde van binnenuit. Ze stond vol vertrouwen op en na een emotioneel en hartverwarmend afscheid liep ze naar buiten.

Het buiten leven in. Haar leven!