Hij rekt zich nog eens even lekker uit. Die bank slaapt eigenlijk ook wel prima. Jarenlang was een doorgezakt matras zijn slaapplek, gezellig liggend naast zijn mens. Nu is het anders. Hij wordt geacht op de grond te slapen. Tsss… alsof hij dat nog gaat doen na al die jaren. Zijn nieuwe mensen hebben een zacht fluffig ding gekocht waar hij op kan liggen. Stiekem ligt dat ook wel lekker en als zij beneden zijn gaat hij er, voor de sier, wel op liggen. Maar die bank hè… die trekt.

 

Soms mist hij zijn oude mens. Dan wil hij nog graag even zijn gezicht wakker wassen met zijn zachte tong. Even zien hoe verbaasd hij is als hij wakker wordt en ontdekt dat hij al ontbeten heeft. Helemaal zelfstandig, omdat er nog restjes lagen van gisteren. Best lekker. Hij heeft zijn grootste puppy-ogen hier ook al uitgeprobeerd maar hier lijkt het niet te lukken. Zij eten iets anders dan hij. En hij krijgt alleen maar brokken. Raar.

 

Precies één keer lukt het, die bank. Er ligt een heerlijke plaid op met cirkels. Man, wat ligt dat lekker. Als zijn mensen later de kamer binnen komen (waar ze geweest zijn? Geen idee!) zijn ze ‘not amused’. Hij zit nog midden in een prima droom, met veel katten om achteraan te rennen en heeeel veeeel ronde dingen, als hij ineens bruut wakker geschreeuwd wordt. Oké dan… blijkbaar zijn de regels hier anders.

 

Daarna leggen ze iets glimmends en krakends op de bank als ze weg gaan. Hij kan zijn eigen neus erin zien als hij dichtbij genoeg komt. Maar… dat doet hij liever niet. Het spul voelt raar aan en ligt vast niet lekker. Dan maar dat fluffige ding uitproberen. Mmm… hij moet toegeven… ook als het donker is ligt het niet slecht. Al snel vliegen de katten en de ronde dingen hem weer om zijn oren. Hij keft zelfs in zijn slaap. Best relaxed toch al wel.

 

Hij moet nog een beetje uitvogelen wanneer ze er nu precies wèl of níet zijn. De ene keer zijn ze langer weg dan de andere, dat merkt hij vooral aan zijn blaas. Soms ziet hij ze en dan geeft hij meteen maar duidelijk te kennen dat hij nu ècht even naar buiten moet. In huis plassen is niet zo’n goed idee, dat weet hij nog van vroeger. Op andere momenten hoeft hij helemaal niet als ze er weer zijn. Dan begroet hij ze maar net zo enthousiast, al heeft hij wel door dat springen en die enorme zoen die hij zo graag geeft niet altijd op prijs gesteld worden. Snappen ze dan niet dat hij ze gemist heeft?

 

Hij wil eigenlijk liever terug naar zijn oude mens. Daar was het eten goed, het slapen beter en de knuffels het best. Hoe kan hij nou na al die jaren ineens ergens anders wonen en zich anders gedragen? Hij zucht nog maar eens diep.

 

Na een paar dagen wordt het gemis minder. Hij ontdekt dat er hier eigenlijk ook hele leuke dingen zijn. Hij krijgt tussen de droge brokken door iets dat héél lekker ruikt en heerlijk smaakt. En als ze op de bank zitten (ja, ZIJ wel!) dan mag hij vlak naast ze (op de grond, oké dan) zitten en soms zelfs even zijn poten op schoot leggen. Ze weten inmiddels dat vooral zijn oren heerlijk zijn om te aaien (dat vindt hij zelf gelukkig ook), dan gaat zijn kop op hun schoot en dan kriebelen ze wat af!

 

Hij begrijpt inmiddels beter dat hij ook gewoon náást ze kan lopen buiten. Is ook veel gezelliger dan altijd 50 meter vooruit lopen. Hij houdt ze goed in de gaten voor het geval er ergens nog een onverwacht koekje (zo noemen zij het; wat maakt het uit, het is lekker!) tevoorschijn getoverd wordt. En als ze dan lopen… dan gaan ze soms naar een plek waar heel veel ruimte is en heel vies water (niet te drìnken, brrr!) en waar zijn bek vol zand komt te zitten. Daar mag hij achter dat ronde kleine ding aan rennen, de laatste keer zelfs helemaal los! Steeds weer brengt hij dat ding terug, totdat ze er moe van worden. 🙂

 

Tegen soortgenoten is hij vriendelijk en soms ook voorzichtig. Ze zijn niet allemaal even enthousiast als hij. Daar, op het zand, speelt hij met ze en laat hij af en toe even duidelijk horen dat wat hij in zijn bek heeft van HEM is. Daar blijven ze maar mooi van af! Soms zijn er mini-mensen bij het vieze water met een nóg groter rond ding. Daar mag HIJ dan weer niet aankomen, heeft hij ontdekt. Flauw. Hoe groter, hoe leuker, toch?

 

Soms vindt hij het nog wel spannend. Hoe moet hij reageren? Wat verwachten ze van hem? Nieuwe mensen krijgen soms nog steeds een zoen van hem als ze hun hoofd buigen. Laatst kwam zijn hoofd keihard tegen een mensenhoofd aan. Dat zal vast pijn gedaan hebben. Hij is nog een beetje onhandig, maar leert elke dag weer bij. Hij komt er wel. En als het ècht even spannend is geweest helpt lekker schudden altijd. Even alles los, hopla, zo al het gedoe er weer uit en doorrr…

 

Na drie weken voelt hij zich thuis. Deze plek is fijn en goed en zijn mensen (zo voelen ze nu ook) zijn lief voor hem. Hij mag stoeien, spelen, knuffelen, zelfs met de mini-mensen (en die ene grote die wel mini is maar ook weer niet) die soms wel en soms niet in huis zijn. Hij mist zijn oude mens nog maar af en toe. Daar was het ook fijn. Net als hier. Hier is Thuis. Best een fijne zin.

 

<3

Naath