“Beloof je dat je heel goed uitkijkt onderweg? Tot snel!” Ze roept het vrolijk, met beide armen fladderend boven haar hoofd. Haar mond loopt van haar ene oor tot aan haar andere en haar ogen leven weer. Ze straalt even. Zomaar.

Het raakt me. Deze afronding van een goed gesprek met de 18-jarige waar ik deze week eerder al over schreef. Wat is ze al een grote meid met haar zelfgeknipte haar, haar tattoo en haar veel te korte broekspijpen. En wat ben ik blij, dankbaar en trots tegelijk na het gesprek dat we vanmiddag in het rokerige flatje met elkaar hadden.

Inmiddels weet ik dat ik mijn tas op de hoge tafel moet zetten omdat hij anders onder geplast wordt door het kleine keffertje dat moeder meestal stevig vastgeklemd op schoot had. Vandaag is ie vrij snel stil, ontspannen en daarna diep in slaap in zijn mandje. Moeder heeft namelijk even iets belangrijkers te doen. Ze moet twee levens verzamelen in een van de nieuwste Candy crush varianten. Daardoor lukt het ineens om meer 1 op 1 in gesprek te zijn.

We praten over waar ze wel wat hulp bij zou kunnen gebruiken. Eerst blijft het heel praktisch maar na die ene vraag gebeurt er iets magisch. Ik vraag haar hoe haar leven eruit zou zien als, wanneer ze morgen wakker wordt, al haar dromen en wensen uitgekomen zouden zijn.

Ze kijkt me voorzichtig vragend onder haar kilometers lange wimpers door aan. “Echt? Alles?” Ik knik en haar ogen beginnen te glinsteren. “Dan was ik weer gezond en dan had ik mijn oude energie weer terug. Dan zou ik de hele dag dansen, gitaar spelen en tekenen. En ik zou naar Japan gaan.” Haar houding, uitdrukking en het contact zijn in 1 klap anders. Ze voelt, droomt en hoopt. Ze is er even helemaal. Puur. Wow, wat is ze prachtig!

We weten allebei dat ik niet kan toveren. “Nòg niet” zegt ze met haar te hoge IQ. “Maar je komt een heel eind in de buurt.” We praten over hoe ze anders zou kunnen wonen en ik leg haar uit wat ik allemaal gezien heb aan woonvormen de afgelopen jaren. Ze zegt dat ze van alle hulpverleners tot nu toe nog nooit duidelijkheid heeft gekregen hierover en dat ze nu eindelijk snapt wat er allemaal kan.

“Toveren. Echt wel” grijnst ze bij de voordeur. En daarna zwaait ze me uit alsof ik Gaston ben die net een vette cheque kwam brengen. En stiekem, heeel stiekem… voel ik me ook even Gaston. Maar dan de knappe versie.

We zijn er nog niet. En ik weet dat ik haar niet kan of hoef te ‘redden’. Ik kan er wel zijn. Gewoon als mezelf. Want er is natuurlijk maar 1 Gaston. En 1 Naath. Wat ben ik blij dat ik die mag zijn!
<3