Twintig jaar lang werkte ze in de keuken van de instelling. Het begon met avondmaaltijden voorbereiden en afwassen, daarna ging ze het hele terrein over met een karretje dat de maaltijden rond bracht. Eerst alleen, een paar jaar later met een groepje ‘cliënten’ die dit deden als dagbesteding. In het begin waren het nog de mensen die prima begeleidbaar waren en vooral heel enthousiast meeliepen met de ‘eetkar’. Al snel kwamen er de cliënten bij die wat lastiger onder één noemer te vangen waren. Haar rust en zelfverzekerdheid maakte dat zij zich prettig voelden bij haar.
Toen er een overstap mogelijk was naar het begeleiden op een woongroep ging ze ervoor. Ze werd vrij snel aangenomen en werkte eerst met de ‘makkelijkste’ doelgroep. Inmiddels heeft ze zoveel ervaring dat men haar gevraagd heeft op deze groep, met ‘gedragsmoeilijke cliënten’ te gaan werken. Dat doet ze nu een jaar of drie, met veel plezier.
Maar. Er zijn ook dagen die niet zo plezierig zijn. Ze merkt dan dat ze bang is voor de boze buien van Kiara, en ook Hester kan flink tekeer gaan en dreigend zijn in haar gedrag. Vorige week had ineens een van hen een mes te pakken; ze wist echt even niet meer wat ze daarmee aanmoest. Ze wìst in haar hoofd wel dat ze stevig moest blijven staan en rustig moest blijven en niet teveel moest zeggen en… maar ondertussen voelde ze zich doodsbang en voelde ze haar knieën knikken en de tranen omhoog komen.
Trees vertelt erover tijdens een workshop die wij geven. Een workshop waarin we vooral heel praktisch aan de slag gaan en dingen aanreiken die meteen op de werkvloer gebruikt kunnen worden. Haar stem is zacht en trilt als ze erover praat. Ze wil ‘mee’ met de nieuwe, jongere, mensen op de groep, maar voelt ook diep van binnen dat dit niet zomaar gaat. Wat ze doet (of liever gezegd: hoort te doen, omdat het zo is afgesproken) en voelt past niet bij elkaar.
We leggen Trees uit dat vooral de mensen die zo super-gevoelig zijn als Kiara en Hester het direct doorhebben wanneer wat je voelt, deelt en doet niet opgelijnd zijn. Doen alsof je stoer bent werkt juist averechts. Je straalt niet meer de veiligheid en duidelijkheid uit die vaak zo nodig zijn; je bent een soort knieën-knikkende-boe-vrouw die zelf ook niet gelooft wat ze zegt. Is dat duidelijk? Veilig? Voorspelbaar? Zuiver? Nope.
Ik werk en kom inmiddels zelf óók al een jaar of twintig in de zorg. Eén van de dingen die de laatste jaren steeds meer aandacht krijgt is de prikkelverwerking. Eenvoudig uitgelegd: hoe verwerk je de prikkels die de hele dag op je afkomen? Misschien hoor jij geluiden veel sterker dan een ander (denk aan: de wc die doorgetrokken wordt bij de buren) of is jouw geur super ontwikkeld (ikzelf ruik het bijvoorbeeld altijd als er in een auto voor mij gerookt wordt… met de raampjes dicht). Ook zicht, smaak en beweging horen hierbij. En ja… sommigen gaan nog verder dan die 5 zintuigen alleen.
Op groepen waar ik kom gaat het heel vaak over die prikkels. Wordt er onderzoek gedaan naar te sterke, of juist te zwakke reacties op de prikkels uit de omgeving. Daar kun je veel mee. Het kan hele grote problemen soms heel snel oplossen. Denk aan verzwaringsdekens (als je het fijn vindt meer gewicht op je te voelen als je in bed ligt maakt dit dat je niet zo snel je bed uitpiept), geluiddempende koptelefoons, speciaal licht, wiebelkussens… Ze hebben hier allemaal mee te maken.
Nu weer even het voorbeeld van Trees. Hoe zit het nou met dat ‘doen wat eigenlijk van binnen niet bij je past’? Trees voelt het 1, maar deelt en doet iets heel anders. Laten we dán eens kijken naar prikkels. Hester of Kiara ziet Trees en krijgen heel duidelijk de prikkel: “ze vindt het spannend”. Ze hebben Trees nodig om zeker te weten dat alles goed en veilig is en Trees ZEGT dat ook allemaal wel… maar ze DOET iets heel anders. Ze trilt, haar stem hapert, er verschijnt soms een traan of in ieder geval zijn er rode vlekken in haar nek… Het klòpt niet met elkaar! Daar worden Hester en Kiara bang van. Als Trees het al niet veilig vindt… hoe kunnen zíj dan zeker weten dat het goed komt? De prikkel die Trees afgeeft is: “Ik weet het allemaal even niet meer”. Daar kunnen geen honderd wiebelkussens en dekens tegenop.
Er wordt veel, héél veel geïnvesteerd in allerlei hulpmiddelen binnen de zorg. Er worden trainingen en cursussen en coaches in gevlogen… en allemaal doen ze hetzelfde. Ze maken dat Trees nòg minder weet wat ze moet doen. De ene keer pampert ze, de andere keer verheft ze haar stem, en op vrijdag is ze bekaf en volgt ze alleen nog maar. Wie is Trees nu eigenlijk nog? Weet ze nog wat ze zèlf wil? Waarom ze ooit van de keuken naar de eet-kar naar de groep is verkast? Of doet ze alleen nog maar wat anderen willen?
Trees is, ergens in het hele gebeuren, haar eigen IK verloren. En precies daar wijzen we haar op. We laten haar ervaren waarom ze dit ook alweer zo graag wilde. Wat haar passie, haar droom en haar ultieme wens waren. En ja. Dan zijn er toch weer tranen. Maar nu van opluchting. Ze weet weer waarom ze dit werk doet. Wat er zo onwijs leuk en gaaf aan is. En ze weet ook dat ze het niet hoeft te doen zoals de buitenwereld van haar vraagt. Omdat dat nu eenmaal ècht niet werkt. Als ze helemaal zichzelf, helemaal Trees mag zijn… DAN pas werkt het!
Trees is een begeleidster. Maar ook de manager, de teamleider, de coach, de gedragskundige… allemaal draaien ze mee in het circus. En ervaren ze vooral wat NIET werkt. Wat WEL werkt? Jezelf zijn. Doen wat je voelt en deelt. Opgelijnd zijn. Dan is dat hele prikkelverwerkingsonderzoek meteen niet meer nodig. Want dan ben je in één klap betrouwbaar, veilig en zuiver. Simpel hè?
Merk je dat jij ook steeds meer dingen doet omdat ze zo horen? Omdat ‘de organisatie’ het vraagt? We laten je heel graag je eigen IK weer ont-moeten :-). Tot vanzelf!
(De namen in dit stuk zijn bedacht, we zullen nooit zomaar iets delen zonder toestemming 🙂 )
<3
Naath (en Jeroen)
Recente reacties