“Wat is voedend voor jou?”
Hij kijkt op. “Gezond qua eten bedoel je?”
“Ook.. maar vooral ook: waar word jij blij van? Wat geeft jou energie?”
Hij somt wat dingen op. Groenten, fruit, eieren.. geen alcohol, snoep, op tijd naar bed. Hij heeft de boekjes allemaal in zijn hoofd. De regels die bij ieder dieet horen. Hij weet het allemaal precies. Maar.. Hij doet het niet!
Hij kwam binnen met een mooi doel. Zichzelf weer leuk vinden. Inmiddels was alles wat hij deed niet meer waar hij blij van werd. Hij baalde van zichzelf. Zijn figuur, zijn gedrag, zijn geruzie en zijn gestress. Het werd teveel. Hij moest zich ziek melden omdat hij niet meer kon slapen en alleen nog maar in de ruziemodus zat. Dit wil hij echt niet meer.
Als we verder praten over wat echt voedt dan komen rust, vissen, lezen en gewoon relaxed met de kinderen buiten zijn voorbij. Hij doet dat allemaal niet meer vanwege de stress. Al snel wordt duidelijk dat hij vreselijk veel verwacht. Van anderen, maar vooral ook van zichzelf. Hij móet zoveel. Het mooie voorbeeld van lekker met de kids kamperen maakt veel duidelijk. Hij verwacht dan niets. Niet van hen, én niet van zichzelf. Verwachtingsvrij genieten. Hij kán het echt. Dat inzicht blijkt een kwartje. En een start. Blijkt hij zomaar ineens toch best leuk!