In vier dagen deel ik iedere dag een verhaal vanuit een ander perspectief. Wat ze met elkaar te maken hebben merk je vanzelf. Na afloop van de vier dagen hoor/lees ik heel graag wat jij ervan vond om zo eens mee te kijken in vier verschillende ‘keukens’. Dank je wel. Hieronder… deel 2! (Deel 1 lees je hier)

 

8 maanden werkt ze hier nu.

Op een groep waar mensen grotendeels in eigen appartementen wonen. Het is een leuke, uitdagende doelgroep. Ze heeft er ook heel bewust voor gekozen om hier te gaan werken. Met LVB-ers die ook nog eens allemaal een SGLVG-indicatie hebben. Kort gezegd: ze begeleidt mensen die qua intelligentie net wat beneden gemiddeld scoren en die moeilijk verstaanbaar gedrag laten zien. Ze kunnen bijvoorbeeld ineens agressief worden. Qua taal, maar ook qua gedrag. Eén van de bewoners slaat gewoon van zichzelf af als ze niet begrepen wordt. Daar is dan ook een RM voor aangevraagd. En ze mógen haar officieel nu ook vasthouden als ze uit haar plaat gaat. Meestal is het genoeg haar handen even vast te houden, maar soms zijn er ook meerdere begeleiders nodig om te voorkomen dat ze anderen, of zichzelf, iets aan doet.

Ze vindt het lastig werken met die vrouw. Niet eens zozeer vanwege het risico een keer een mep te krijgen of uitgescholden te worden. Daar is ze inmiddels al een beetje aan gewend. Wat nooit went zijn de koffers. Iedere dag weer. En de vragen die daarbij horen. “Ik wil naar mijn kinderen toe. Wat als hun dekbed nog nat is? Ik moet voor ze zorgen!” Ze voelt de pijn en het verdriet dwars door de vragen en koffers heen. De pijn en vooral onmacht van een moeder. 8 kinderen heeft ze. Zeven meisjes, 1 jongen. Toen die laatste ‘kwam’ zijn ze gestopt met proberen. De grootste wens was eindelijk vervuld. Een jongen!

Zeven van de 8 hadden een verstandelijke beperking. De een wat ernstiger dan de ander. Haar tweede dochter is curator, die was ook bij de RM-zitting. Het was onverantwoord het gezin samen te laten wonen in dat piepkleine huisje. Vader werkte de hele dag, moeder was thuis met de kleintjes en de grootsten gingen alleen, dwars over de grote doorgaande weg, naar school. Dat er nooit een ongeluk gebeurd is is een wonder. Al snel bleek dat de 7 kinderen niet mee konden komen op school. En direct daarna werd duidelijk dat ook hun ouders ‘binnen de doelgroep’ vielen.

De jongsten werden het eerst uit huis gehaald. Er werd al snel een goed pleeggezin gevonden voor twee van hen. De andere kinderen werden allemaal verspreid, over in totaal zeven gezinnen. Vier van hen wonen inmiddels in een instelling. Niet hier… dat zou niet verstandig zijn. Dan zou hun moeder ze zéker iedere dag op gaan zoeken.

Bij die gedachte slikt ze even. Is dat echt ‘niet verstandig’? Zou het ze juist alle vijf niet enorm helpen om dichter bij elkaar te zijn en elkaar in ieder geval geregeld even die knuffel te kunnen geven die vooral hun moeder ook zo hard nodig heeft en wil geven? Het is het ‘beleid’ niet… maar wat àls. Wat als de koffers niet meer nodig zouden zijn? Ze voelt de brok in haar keel.

Ze schudt haar hoofd en grabbelt zichzelf weer bij elkaar. Nee… dat zou dom zijn. Tòch? Later nog meer eens op door-voelen. Haar slaapdienst begint nu. Ze duikt haar koffer in.

Morgen deel 3!

 

Deel 1 lees je hier