“Ze hebben even koffiepauze, je mag gewoon hier komen zitten wachten hoor!” Ik hoor haar al vanaf de gang roepen en het duurt even voor ik door heb dat ze het tegen mij heeft. Ik zie een dame van een jaar of 80, mager, compleet met stok en steunkousen. Haar mond laat een schitterend kunstgebit zien dat van oor tot oor lijkt te lopen.

Ik glimlach vriendelijk terug en neem plaats schuin tegenover haar. Mijn tas zet ik naast me neer terwijl ik even controleer of ik het geluid van mijn telefoon wel uit heb gezet. “Je vindt toch haast niks in zo’n grote tas hè! Hoe groter de tas, hoe meer rommel we meenemen”. Ze kletst vrolijk door en ik “Hum en “mmm””even als antwoord.

En dan… voel ik het gewoon gebeuren. Die telefoon die trèkt, die róept en die vraagt. ‘Kijk nou op me! Misschien heb je wel een belangrijk mailtje! Of heeft er iemand gereageerd op een post op Facebook!’ Mijn telefoon schreeuwt bijna nog harder en drukker dan de oude dame praat. Zonder geluid te maken, best knap eigenlijk.

Ik kies. Weg met de telefoon. En daar, in de wachtkamer, heb ik een prachtig gesprek met een mevrouw die de wereld waarschijnlijk al bijna twee keer zo lang kent als ik. Ze vindt veel interessant, dat blijkt uit wat ze deelt en vraagt. Ze neemt geen blad voor de mond en vertelt dat ze de tatoeage op mijn enkel zo mooi vindt. “Deed zeker wel pijn hè? Mijn schoonzoon heeft zijn hele onderbeen onder zitten, moet hij zelf weten hoor, maar hij zei dat die enkel wel heel pijnlijk was!”

Zo praten we een kwartiertje, over tatoeages, Kwartjes, ditjes en datjes. Als ik later als ik buiten sta weer op mijn telefoon kijk zie ik dat er een paar meldingen van berichten zijn. En heel bewust kies ik ervoor ze nog even niet te lezen. Aandacht voor hier. Nu. Wel zo lekker. Ik mag het tòch nog wat vaker doen.

Wat doe jij, als je zit te wachten? Praat jij nog met de mensen om je heen, of is die telefoon toch wel vaak een ‘escape’? Zou je het anders willen? Hoe ga jíj dat doen? Ik ben benieuwd!

<3 Naath