Ik mocht op bezoek voor een gesprek over leven. Hoe wij hier naar kijken, wat wij kunnen delen en waar wij kunnen begeleiden. Op bezoek in een mooie omgeving.

Prachtige tuinen, aangelegde natuur, mooi restaurant en verdere faciliteiten om de bewoners het leven te geven wat zij verdienen. Wat een heerlijke vrije gezichten. Direct bij de koffie word ik benaderd voor een ontmoeting. Een prachtige glimlach doet mij smelten en mijn ervaring daar is gemaakt. Haar naam deel ik niet. Ze woont daar, samen met anderen.

Zelfstandig leven lukt om diverse redenen niet, maar begeleid wonen, met hulp van andere mensen absoluut wel. Laten wij deze mensen voor het leesgemak ‘begeleiders’ noemen.

Die begeleiders wonen er niet. Zij werken er. In het huis van de bewoners. Samen de dag beleven. Voor elkaar zorgen, omdat eentje van de twee het niet zelfstandig kan.

De begeleiders kunnen wel van het terrein als, wanneer zij dat willen. Zelfstandig van het terrein af. Terug naar huis. Naar hun privé. Zij werken alleen in die mooie omgeving. Thuis is een andere plek.

Zij worden wel ook op hun beurt weer begeleid. Door leidinggevenden die voor hen een omgeving creëren waarin zij kunnen doen wat zij het allerliefste doen. Waar zij goed in zijn en alles kunnen geven aan de bewoners. Een omgeving die leeft. Waar werk geen werk is, maar gewoon het leven.

Je raadt het al; de leidinggevenden wonen er ook niet. Zij hebben een kantoor. Boven of naast de woonruimte van de bewoners. Zodat zij alles goed in de gaten kunnen houden. Als het tijd is dan gaan ook zij naar huis. Het terrein af. Hun privé-leven in. Even het werk laten voor wat het is. De natuur in om even tot rust te komen.

Ook zij hebben weer leidinggevenden. Laten wij die voor hetzelfde leesgemak ‘managers’ noemen. Zij werken vanaf een grotere hoogte in de omgeving. Met grote ramen om te kunnen zien hoe alles en iedereen beweegt op het terrein. Helaas zitten zij ook vaak in gesprek. In gesprek over hoe zij de begeleiders en leidinggevende nog beter kunnen maken. Om hen nog meer de ruimte te geven zich vrijer te voelen in het werk.

Om hun kwaliteiten te delen met de omgeving. De begeleiders, de bewoners… iedereen die in die omgeving leeft. Je zou het, zo alles bij elkaar, een bedrijf kunnen noemen.

Als gezegd, wat een mooie omgeving ligt daar. Ik wandelde er vanochtend doorheen. Een leefomgeving die prachtig is aangelegd, gemaakt door vele handen. En toch reisde er een onbestemd gevoel in mij naar boven. Iets klopte niet.

Het leven daar is gemaakt. Het is als een jas om de mensen heen gelegd. Een jas die door een ander is gemaakt. Naar de wensen van hem/ haar. De kwaliteit, de maat, het materiaal, de bewegingsvrijheid, de mouwen, de capuchon, de bescherming, is door die ene bepaald.

Door wie? Weet ik niet. Ik heb diegene niet gezien. Misschien maken zij het allemaal wel gezamenlijk. Vanuit ideeën die worden bedacht. Voor anderen. Zoals zij ook zorgen voor anderen, allemaal.

Als ze klaar zijn dan gaan ze naar huis. Thuis rusten zij dan uit. Hoe? Dat is privé. Waar alles door hen zelf is bepaald, gemaakt en gecreëerd. Omdat dat gewoon goed voelt. Omdat zij dat willen. Daar kunnen zij leven zoals zij dat willen.

Waar het niet kan zoals zij willen noemen wij dan werken. Dat voelt dan ook als hard werken. En werk is waar een ander bepaalt wat goed is of waar zij het voor een ander bepalen.

Om daar te zijn (te leven) zoals thuis, dat vraagt lef. Lef om alles te doen wat goed voelt, wat zij zelf willen. Lef dat leven geeft, aan henzelf en de ander.

Thuis maar even over nadenken of zij dat lef ooit meenemen naar werk. Het bedrijf in.

De bewoners laten mij die dag dat zo gezochte lef al ervaren. Lef om te zijn wie je bent. Waar dan ook. Puur, oprecht en zonder beperking zijn wie zij zijn.

Het lef om te leven is er dus absoluut wel in die omgeving, in dat bedrijf. Bij de bewoners, ik ervaar het. In die mooi gemaakte omgeving kunnen zij doen wat zij willen. In die natuur, ruimte en samen met anderen.

In hun leven…

zoals de ander dat allemaal voor hen heeft bedacht.

 

Jeroen