Ik kijk naar Sophie. Er glinstert iets in haar ooghoek. Het is duidelijk dat ze nog maar een heel klein ministapje verwijderd is van een volledige waterval-drama-status. In NiagaraFalls-formaat. En dan komt er een vraag. En nog een. En die ene ook nog. Sophie veegt even langs haar ogen en geeft antwoord op al die vragen. Ik zie het zo gebeuren. Van buik en hart en gevoel … zo … BAF… naar haar hoofd. Nadenken over de antwoorden, het gesprek gaande houden en zorgen dat vooral de kijkers een gezellige en zeker ook informatieve avond hebben. Ik voel hoe ik afhaak. Het was even zoooo boeiend, zo herkenbaar, zo dichtbij! Haar verhaal over burnout, wat het met haar deed en hoe ze twijfelde aan alles: zichzelf, haar moederschap, vriendschappen, relatie, professionaliteit. Alles was even een twijfelfactor. En zomaar ineens is het weg. De verbinding, de aantrekking, hetgeen me zo ongelooflijk boeide. Door de vragen. En het hoofd.

Mijn burnouts zijn alweer wat langer geleden dan die van Sophie. Een jaar of 10 en 6 geleden inmiddels. Bij mij waren er twee wakkerschudmomenten nodig om … me wakker te schudden inderdaad. Totaal de weg kwijt, een groot zwart gat en het gevoel dat het nooit, maar dan ook nooit meer goed zou komen. Ik lag vooral in bed en sliep veel tussen de eindeloze seizoenen van ‘Lost’ door. Wat een toepasselijke serie was dat; ook ik zat op een eiland waarvan niemand het bestaan kende. Afgesneden, ijskoud (ook als het buiten 40 graden was), me een mega-slechte moeder, vrouw, baasje en psychologe voelend. Hoe kan je nou in Godsnaam een burnout krijgen als psycholoog. Lekker voorbeeld. Trut.

Als ik nu, jaren later, terug denk aan die periode dan ben ik vooral dankbaar. Omdat ik zoveel geleerd heb en dingen heb kunnen aanpassen en veranderen waardoor ik weet dat het niet meer nodig is. “Niemand heeft een burnout nodig; iedereen kan er een gebruiken”. Ik lees die zin vaak op tegeltjes in coach-praktijken, alleen wordt dan het woord ‘burnout’ vervangen door het woord ‘coach’. En hoe cru het ook klinkt… ook deze is zo waar! Soms is het blijkbaar nodig keihard met je hoofd tegen de muur te lopen, een klap voor je kanis te krijgen of in een bodemloos diepe put te sodemieteren. Voor iedereen voelt het anders, maar dat zijn ongeveer de omschrijvingen die ik de afgelopen jaren van anderen hoorde. Pas als het besef komt dat het echt heeel, heeeeel erg slecht gaat en er iets niet meer klopt, komt de eerste stap richting verandering. Acceptatie. Beseffen dat het zo echt niet meer gaat. Daar begint het mee.

Daarna komt de periode van dolen. Je bent ‘ziek thuis’ maar hebt geen enkel idee wat er van je verwacht wordt. Een arbo-arts roept dat je zo snel mogelijk weer naar je werkplek moet gaan omdat je anders helemaal niet meer durft… of diezelfde arts zegt: “neem de tijd… alles in jouw eigen tempo!” En als je dan een kopje automatenkoffie met die collega’s die je eigenlijk liever helemaal nog niet zou willen zien gaat drinken dan slaat de paniek toe. Je adem is… ja waar the hell is die eigenlijk?? Weg, foetsie, of overal tegelijk (in ieder geval niet meer waar ie hoort te zijn!) en je krijgt vragen waar je echt geen zinnig antwoord op kunt verzinnen. Na dat verplichte half uurtje weet je niet hoe snel je je bed weer in moet duiken zodat je naar de afstandbediening kunt grijpen. Season 6, episode 21. Zonder ondertiteling, dus je kunt sowieso maar 15% volgen met je burnout-beste-boeren-engels van die dag. Lost. Verloren. Je omarmt het bijna vrijwillig.

Sophie kent het ook. Ik weet het zeker en ik voel het als ze erover vertelt. Het doet gewoon pijn om te zien en te horen dat ze niet ‘dieper’ mag gaan dan ze doet. Er zit zoveel meer! Verdriet, wanhoop, slappe-lach-momenten, zinloosheid, mega-ellende, vette shit, kotsneigingen, 5-seconden-optimisme, onverwachte steun, gitzwarte slaap, drijfnatte zweetdekbedden, gore vreetbuien, donkerzwarte koude koffie, kinderen die een last zijn maar tegelijk ook de liefsten op aarde, loodzware handen drukkend op brandende ogen, soppende kussens… Sophie moet het kennen. Zeker weten. Dat zie je zo.

Ik ken het zelf zeer zeker ook. Dat grote zwarte gat. En op het moment dat ik besefte dat het er was kon ik me eraan overgeven. En vertrouwen op mijn lieve, warme omgeving. Op een soort van ‘redders’. Die waren er gelukkig. En één van mijn grootste redders was: Sam. Donkerbruin glanzend zacht haar, sprekende ogen, een mond die altijd zweeg als dat zo nodig was, oren die alles, ja echt ALLES hoorden en zonder oordeel luisterden en zo prachtig waren! Zacht, mooi, altijd geïnteresseerd… en met tomeloze energie, begrip en grootse, onvoorwaardelijke liefde. Een grote, en tegelijk, kleine held. En o ja: een hond… dat ook nog. ONZE hond; een labrador.

Sam… was er gewoon altijd. Als ik huilde, lachte, danste, ruziede, vloekte, hysterisch was, apathisch of grenzeloos. Hij was er. Altijd. En nu… nu gaat Sam dood. Omdat ie in hondenjaren al over de 80 is en gewoon op. Ziek, een lijf dat klaar is en niet meer eet, drinkt, beweegt, simpelweg niet meer verder kan. Finito. Basta. Nog twee dagen. Dan is hij er niet meer. Degene die er zo was en altijd zal zijn, ook als hij er niet meer is, is overmorgen weg. Voor altijd. Mijn hart huilt. Gilt.

Ik laat het verdriet maar toe. Gewoon omdat het er is. En mag zijn. Dat vooral. Want dat is wat ik geleerd heb door die twee moker-knallen. Voelen. Gewoon voelen. Toelaten en er niet tegen vechten. Als het te druk of teveel of te gek wordt: stoppen. Kijken wat het alternatief is. Maar niet meer doordenderen tot ik mezelf verlies. Dat gaat nooit, maar dan ook nooit, meer gebeuren. Ook als Sam er niet meer is na donderdag. Doet het pijn dat hij gaat? Ja. Absoluut. 200 procent. Maar ik kan er niets tegen doen. En ook dat besef; dat alles gaat zoals het gaat en dat vechten niet helpt maar het juist lastiger maakt; dat heb ik geleerd. En ik hoop zoooo dat ook Sophie dat gaat inzien. Dat ze mag huilen, gillen, schreeuwen, rouwen om het feit dat ze niet meer is wie ze was.

Het kan anders. Altijd. Beter. Mooier. Zekerder en relaxter. Genieten. Meer is het niet. En accepteren dat het niet altijd gaat zoals wij zouden willen. Maar… voelen helpt. Of het nou drama, hysterie of theater genoemd wordt; het is en blijft voelen. En het mag er zijn. De pijn, het verdriet. En het geluk, de liefde, het vertrouwen. Want: het is altijd zoals het moet zijn. Net als jij. En ik. En Sam. Ook als ie er niet meer is. En Sophie. Of ze nou huilt of niet. Gaat nadenken en praten. Ook dat is goed. Fijn hè.

 

Liefs
Naath